0

Roof_hafez_tomb.jpeg

Literatuurlijst

 

Conclusie


Het project begon met de vraag waarom salafisme zo verschillend naar voren komt in wetenschappelijke literatuur en in de Nederlandse media. In de academische wereld is er veel aandacht voor de diversiteit binnen de salafistische leer, in de journalistieke wereld niet. Hoe komt dat? Om dit te onderzoeken hebben we wetenschapper Martijn de Koning, journalist Andreas Kouwenhoven en filosoof en anti-radicaliseringsdenker Mustafa Aarab gesproken. Hun visie op ons onderzoek heeft tot inzichten geleid op verschillende vlakken.

 

Salafisten blijken een moeilijk bereikbare groep waar niet veel over bekend is; dat werd eens te meer bevestigd. Wel heeft ons onderzoek laten zien hoe het komt dat dat zo is en hoe men daar in Nederland mee om gaat. Ook laat het zien dat we best kritisch mogen kijken naar de hokjes waar we salafisten zo snel in plaatsen. Dan wel vredelievend en ongevaarlijk, dan wel terroristen en ongewenst. Wie weet brengt dit ons een stap dichter bij het in perspectief brengen van de gevaren van salafisme, maar ook bij het begrijpen van streng gelovige moslims en hun recht om vrij hun geloof te belijden.

 

   

 

Daarnaast is het duidelijk geworden dat de Nederlandse nieuwsmedia een veiligheidsframe toepassen. Binnen dit frame bestaat wel enkele nuance maar de insteek is steeds hetzelfde: het salafisme is een gevaar voor de veiligheid. Volgens Scheufele zou dit vervolgens betekenen dat de lezers van deze media deze visie op salafistische moslims zouden overnemen in hun overtuigingen en gedrag.

 

Uit de interviews met Martijn de Koning en Andreas Kouwenhoven komt naar voren dat het  gebrek aan banden tussen media en salafisten bijdraagt aan dit frame. Andere oorzaken, zoals het feit dat journalisten ook onderdeel zijn van het publiek waarop frames van invloed zijn, zouden hieraan bij kunnen dragen maar behoeven verder onderzoek.